Professor in Evolutionary Psychology, Work and Organizational Psychology

 

  • Home
  • Blog
  • COVID-19: We moeten onze vrijheid deels opgeven anders wacht ons het lot van de dodo (Uit: Lucy, Darwin & Lady Gaga)

Blog

COVID-19: We moeten onze vrijheid deels opgeven anders wacht ons het lot van de dodo (Uit: Lucy, Darwin & Lady Gaga)

COVID-19: We moeten onze vrijheid deels opgeven anders wacht ons het lot van de Dodo (uit: Lucy, Darwin & Lady Gaga; Augustus 2020)

covid 19 samenleving

 

Toen de Spaanse griep zich in 1918 over de aardbol verspreidde, zag de wereld er heel anders uit. De wetenschap van infectieziekten, de epidemiologie, stond nog in de kinderschoenen. Bij de eerste golf van de pandemie dachten wetenschappers nog dat de ziekte door een bacteriële infectie veroorzaakt werd. Zo kon het dat er nog ver in dat jaar massabijeenkomsten plaatsvonden in kerken en op pleinen om steun te vinden bij elkaar terwijl de lijken zich opstapelden. Ook was er nog geen radio, tv of internet en dus was er nauwelijks informatie beschikbaar over hoe deze ziekte zich gedroeg. Bovendien woedde er nog een wereldoorlog en hadden de partijen er belang bij slecht nieuws voor zich te houden om het moreel van hun troepen niet te ondermijnen. Toen na drie venijnige golven de Spaanse griep in 1920 eindelijk was uitgeraasd, waren er wereldwijd naar schatting 50 miljoen mensen aan bezweken. De ziekte was daarmee dodelijker dan de Eerste Wereldoorlog.

Gelukkig is de wereld nu een stuk beter georganiseerd om pandemieën, zoals COVID-19, het hoofd te bieden. De wetenschappelijke kennis over infectieziekten is sterk gegroeid en verspreidt zich, soms sneller dan het virus zelf, over de wereld. De consequentie daarvan is dat in enkele maanden tijd overal op aarde ongeveer dezelfde maatregelen zijn genomen om het infectiegevaar te bezweren: testen, social distancing en quarantaine. Dankzij de progressie in wetenschap en informatietechnologie zijn we in een goede positie om een mondiale ramp te voorkomen. Toch is het niet verstandig om te vroeg te juichen. Vanwege dezelfde globalisering liggen pandemieën altijd en overal op de loer en deze kunnen uiteindelijk een bedreiging vormen voor het voortbestaan van onze soort. De mens is namelijk biologisch gezien niet toegerust met adequate verdedigingsmechanismen tegen een pandemie. Dat komt omdat we te maken hebben met een dreiging die op een evolutionaire tijdsschaal gezien nieuw voor ons is. De succesvolle aanpak van een pandemie zoals COVID-19 moet dan ook gezocht worden in interventies in ons gedrag en onze cultuur, niet in onze biologie, maar in ons gedrag en onze cultuur.

De evolutionaire mismatch theorie kan hierbij helpen. Mismatch treedt op wanneer soorten met nieuwe omstandigheden te maken krijgen waar ze geen raad mee weten. Denk aan de Dodododo-vogel van Mauritius die bij gebrek aan natuurlijke vijanden op het eiland lang geleden het vermogen om te vliegen lang geleden was kwijtgeraakt. Dit was geen probleem, totdat schepen uit Europa in de 16e zestiende eeuw het eiland aandeden op weg naar de Oost. De vogels konden niet wegvliegen om aan dit nieuwe gevaar te ontkomen en stierven massaal uit. Overkomt onze soort, Homo Sapiens, hetzelfde als de Dodo dodo omdat het niet is opgewassen is tegen een het evolutionair nieuwe gevaar van een pandemie?

Infectieziekten zijn er natuurlijk altijd geweest in de menselijke evolutie. Als jagers zijn onze verre voorouders waarschijnlijk al miljoenen jaren geleden blootgesteld aan bacillen en virussen, afkomstig van de dieren die ze aten. De wereld van toen was erg dun bevolkt –; tot de landbouwrevolutie van 12.000 jaar geleden woonden er ongeveer 6 miljoen mensen op de hele aardbol. Virussen konden zich dus niet zo gemakkelijk verspreiden en daarmee bleven de gevolgen beperkt. Na de introductie van de landbouw gingen mensen graan verbouwen en dieren houden, en menselijke populaties explodeerden wereldwijd. Deze evolutionair gezien nieuwe omgeving bood microben de kans om zich razendsnel voort te planten en daarmee steeds krachtiger en dodelijker te worden. De pest, cholera, tyfus, polio, TBC tbc en influenza staken de kop op op plekken waar mensen met elkaar op een kluitje leefden onder gebrekkige hygiënische omstandigheden de kop op. Zo heeft het huidige coronavirus, COVID-19, zich ook kunnen nestelen in de populatie.

De evolutie beschermt de mens niet voldoende tegen deze nieuwe infectieziekten, dus ligt er mismatch op de loer. Pas als we dat snappen, kunnen we ook nadenken aan over adequate oplossingen. Om infectieziektes tegen te gaan hebben alle dieren een fysiek immuunsysteem dat antilichamen aanmaakt als het wordt aangevallen door een virus of bacterie. Daarnaast hebben we ook een psychologisch immuunsysteem dat in actie komt als er besmettingsgevaar dreigt. Dingen die geassocieerd worden met ziektes, zoals een hondendrol of een beschimmelde boterham, vinden mensen vies en wekken walging op. Die emotie walging heeft als voornaamste functie om besmetting tegen infecties te voorkomen. Dreigt er besmettingsgevaar in de buurt van onze mond – dat dodelijk kan zijn – dan leidt dat tot een heel heftige walgingsreactie:, kotsen. Onderzoek toont aan dat mensen die vies ruiken of een ongezonde indruk maken, bijvoorbeeld door veel te hoesten en niesen, ook gevoelens van walging opwekken en deze daarom worden zij het liefst vermeden. Het mismatch- probleem met dit nieuwe virus is dat geïnfecteerde mensen al besmettelijk kunnen zijn zonder datvoordat ze duidelijke symptomen vertonen. Ons psychologische immuunsysteem wordt niet geactiveerd en daarmee lopen we het risico om besmet te raken. Om deze onzichtbare vijand het hoofd te bieden zouden we er goed aan doen om onszelf aan te leren om te walgen wanneer we ons in een risicosituatie bevinden. Beeld je bijvoorbeeld in dat er poep op een deurklink zit van een openbaar gebouw. Of walg van iemand die te dicht bij je komt. Pleinvrees en smetvrees zijn extreme vormen van nuttige reacties die geëvolueerd zijn om besmettingsrisico’s te voorkomen.

Een tweede mismatch aan deze pandemie is dat we gevraagd worden om onze natuurlijke sociale instincten uit te schakelen. De mens is een sociaal dier en zoals elke sociale diersoort zoeken we steun bij elkaar als er zich een externe bedreiging aandient. We zeggen niet voor niets: “Misery loves company.” Maar elkaars gezelschap opzoeken is geen functionele reactie tegen een virusziekte en hulp bieden kan ronduit gevaarlijk zijn. Onze dierbaren moeten we op afstand houden, vooral als ze kwetsbaar zijn, en de beste strategie om niet besmet te raken is om contact te vermijdening en zelfredzaamheid te zijnis de beste strategie om niet besmet te raken. Om met deze mismatch om te gaan moeten we boven onze menselijke natuur uitstijgen. We kunnen natuurlijk wel virtueel steun zoeken bij elkaar bijvoorbeeld via bijvoorbeeld telefoon of videogesprek. Onderzoek laat zien dat mensen die virtueel contact hebben met anderen zich positiever en minder eenzaam voelen. Ook Het kan ook helpen om een alternatief label voor het gewenste gedrag kan helpenanders te labelen. Laten we social distancing vanaf nu af aan distant socializing noemen. Dat klinkt een stuk aangenamer.

Deze pandemie levert ook mismatch op in het gedrag van leiders. De primaire taak van leiders in een crisissituatie is om hun volgers te beschermen. Bij een dreiging van buitenaf, zoals een oorlogsgevaar, zoeken we bescherming achter bij een dominante, agressieve, autoritaire leider. Maar is zo’n oorlogsleider ook het meest effectiefst om een pandemie te lijf te gaan? Politieke leiders die zich laten leiden door adviezen van experts met verstand van zaken – de zorgexperts, medici en wetenschappers – -- bewijzen hun volgers een grote dienst. Ons onderzoek laat zien dat directief leiderschap wordt gewaardeerd in een crisis, omdat mensen willen weten waar ze aan toe zijn. Weifelende leiders (Boris Johnson) worden weggehoond. Maar leiders die oorlogstaal uitslaan (Trump) en de pandemie vooral zien als een aanval op hun land zijn minder bereid om externe hulp en adviezen te accepteren. Ook zijn ze minder snel geneigd om negatieve informatie te delen waardoor de ernst van de situatie niet op tijd wordt onderkend. Uiteindelijk zullen deze leiders bij de stembus afgerekend worden op de beslissingen die ze genomen hebben tijdens deze crisis.

De gigantische stroom van informatie over deze pandemie levert ook mismatch op. In de kleine familiaire gemeenschappen van onze voorouders was het van levensbelang om bij een onbekend gevaar de beschikbare kennis zo snel en zo veel mogelijk te delen. Er was een duidelijk gemeenschappelijk belang, dus was er geen aanleiding om valse informatie te verspreiden. De veelheid van informatie die ons op elk moment van de dag via de reguliere en de sociale media bereikt over het COVID-19- virus wordt razendsnel verspreid door ons sociale netwerk zonder dat we de tijd nemen om het te checken. Dat biedt schadelijke informatie-‘virussen’ de kans zich te verspreiden. Zo overleden er in Iran 300 mensen door het drinken van methanol, omdat ze hadden vernomen dat alcohol weerstand bood biedt tegen het virus. Ook weten we bij nieuwe dreigingen als COVID-19 niet altijd wie de meest betrouwbaarste informatie heeft. Van nature zijn we geneigd om het gedrag van succesvolle personen te kopiëren. In de moderne maatschappij zijn de sportsterren, acteurs en topondernemers onze rolmodellen. Maar op dit gebied hebben ze geen relevante inzichten te bieden. Veel celebrity’ies snappen dit en houden wijselijk hun mond. Toen de gevierde coach van de succesvolle voetbalclub Liverpool FC , Jüurgen Klopp, gevraagd werd naar het virus, zei hij dat hij er niets over kon vertellen: ‘It is not important what famous people say….I don’t know about the corona-virus, why [ask] me, I wear a baseball cap and have a bad shave.’ Maar de BN-ers van het coronalied hadden te laat door dat de echte helden van deze crisis de zorgverleners en wetenschappers zijn.

Ten slotte hebben we tijdens deze pandemie te maken met een sociale mismatch. Bij een externe dreiging hebben we de instinctieve reflex om onze groepsgrenzen te sluiten voor buitenstaanders die ons mogelijk kunnen infecteren. Uit ons onderzoek blijkt dat mensen negatiever worden ten opzichte van immigranten uit gebieden waar infectieziektes heersen. We zien nu ook dat de xenofobie en het nationalisme toenemen en dat de steun voor de globalisering, de EU en onze gezamenlijke munt de euro afneemt. De pandemie zet de internationale solidariteit onder druk en dat werkt waarschijnlijk tegen het belang van Nederland. Globale samenwerking is dringend nodig om uit deze crisis te geraken, bijvoorbeeld in door het delen van mondmaskers en ICic-bedden tussen landen en het stimuleren van internationale handel.

Beter dan toe te geven aan onze natuurlijke neigingen is het in deze wereldwijde crisis verstandiger om te proberen boven onze menselijke natuur uit te stijgen in deze wereldwijde crisis. De oplossing ligt niet in onze biologie, maar in culturele aanpassingen. Psychologen en antropologen hebben het over het verschillen tussen open en gesloten culturen. Onderzoek laat zien dat landen die historisch meer met infectieziektes zijn geconfronteerd sterkere sociale normen hebben ontwikkeld voor hoe mensen met elkaar omgaan en afwijkend gedrag minder makkelijk tolereren. Hun culturen zijn minder open dan die van landen waar infectieziektes in het verleden minder vaak voorkwamen in het verleden. In een land als China is het asociaal als je zonder mondkapje de straat opgaat wanneer je je een beetje ziek voelt. Ook is er in landen met een meer gesloten cultuur een sterkere voorkeur voor directief leiderschap en accepteert men dat het collectieve belang het eigenbelang soms overstijgt, bijvoorbeeld in als het gaat om het delen van privacygevoelige informatie over personen die besmet zijn.

Ook al willen we geen China-aan-de-Noordzee worden, toch is het verstandig dat we ons gedrag en onze normen aanpassen in het licht van nieuwe pandemische gevaren. Misschien moeten we als samenleving tijdelijk iets minder open worden, ook al gaat dat even ten koste van onze creativiteit, ons innovatievermogen en ons ondernemerschap. Als we ons niet helemaal lekker voelen, kunnen we misschien beter thuisblijven en een dagje online werken of onderwijs volgen. Als we hoesten en niezen en toch willen reizen of een event willen bezoeken, waarom dragen we dan geen mondkapje? En waarom zouden we vreemden nog langer uitbundig begroeten met een stevige handdruk of de traditionele Nederlandse drie-kussen terwijl een glimlach ook volstaat? COVID-19 leert ons dat we meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor ons eigen gedrag in sociale situaties. De paradox van deze pandemie is dat we een beetje vrijheid op moeten geven om onze vrijheid en gezondheid te behouden. Anders wacht ons het lot van de dodo.

Postscript bij COVID-19: We moeten onze vrijheid deels opgeven anders wacht ons het lot van de Dodo (uit: Lucy, Darwin & Lady Gaga; (30 December 2020):

Met de komst van de vaccins tegen COVID-19 is het verstandig om na te denken hoe de samenleving langzamerhand weer kan opengaan in 2021 en hoe we onze ingeleverde vrijheid weer deels kunnen herpakken. Daarbij is het noodzakelijk om een toekomstvisie te hebben over hoe een pandemie-bestendig Nederland er uit ziet. Wat ik zelf heel handig vind als vingeroefening is om te kijken welke tijdelijke maatregelen we hebben ingevoerd sinds de corona-crisis waar we zo snel mogelijk vanaf willen. Ik denk dan zelf aan het verplichte massale thuiswerken waarvan de negatieve effecten op gezondheid en werkmotivatie in de loop van de crisis steeds zichtbaarder werden. Maar je kunt ook denken aan maatregelen die sinds de corona zijn ingevoerd, waarvan we met z'n allen zeggen: Dat werkt eigenlijk best goed en moeten we vooral ook na de crisis blijven doen. Te denken valt aan meer bewuste mobiliteit zoals minder vlieg- en autoverkeer in Nederland en daarmee het terugdringen van geluidsoverlast, vervuiling en files. Vele Nederlanders hebben genoten van de rust en dat willen we graag zo houden ook na de pandemie. Ten derde kun je denken aan zaken die zijn gestopt tijdens de corona-crisis, maar waarvan we vinden dat die zo snel mogelijk weer moeten worden opgestart als deze pandemie voorbij is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de reguliere zorg, het fysieke onderwijs op middelbare scholen en beroepsopleidingen en het weer laten doorgaan van de teamsporten (zoals voetbal, volleybal en hockey) die voor velen (jeugd en volwassenen enorm belangrijk is. Tenslotte moeten we nadenken over zaken die tijdens de coronacrisis gedwongen gestopt zijn en waarvan we vinden dat die na de pandemie niet meer moeten worden opgestart, omdat we het nut er (toch al) niet van inzagen. Bijvoorbeeld dagelijks van 9-tot-5 op kantoor zitten, of het geven van fysieke colleges voor 600 studenten die in 1 zaal gepropt moeten worden.           

  image001

 

Meer weten over de invloed van infectieziekten op onze geschiedenis?

Diamond, Jared (2013). Zwaarden, paarden en ziektekiemen: de ongelijkheid in de wereld verklaard. Spectrum.

 

 

 

Copyright © 2012– Mark van Vugt