Waarom niet-vaccineren moreel verwerpelijk is (uit: Lucy, Darwin & Lady Gaga)
Niet vaccineren is moreel verwerpelijk
Stel, je bent op een feestje en een gast steekt zonder te vragen een sigaret op en blaast de rook in je gezicht. Wat een asociale vent, denk je, en je zegt er waarschijnlijk iets van. Even later raak je in gesprek met een jong stel dat heeft besloten hun kind niet te laten inenten omdat ze bang zijn voor bijwerkingen. Hun zoontje zit op hetzelfde kinderdagverblijf als jouw kinderen. Zeg je er iets van?
In de nationale media is veel discussie over onze vaccinatieprogramma’s. Uit recente statistieken blijkt dat het percentage ingeënte kinderen daalt, zowel in de Randstad als daarbuiten. Dat is alarmerend nieuws. Vaccinatieprogramma’s hebben er namelijk voor gezorgd dat ernstige besmettelijke ziektes als polio, mazelen, de bof en rode hond in Nederland vrijwel niet meer voorkomen. Toen ik op de lagere school zat, zo’n veertig jaar geleden, had ik nog een klasgenootje die als gevolg van polio verlamd was aan beide benen. Die situatie komt gelukkig bijna niet meer voor, maar dat kan snel veranderen op het moment dat ouders, vanwege geloofsovertuiging of om andere redenen, hun kinderen niet meer laat inenten.
Waarom is het toch zo lastig om iedereen ingeënt te krijgen? Wat zelden wordt onderkend is dat vaccineren een klassiek sociaal dilemma is, waarbij het algemeen belang in strijd is met het eigenbelang. De bioloog Garrett Hardin beschreef in zijn artikel ‘Tragedy of the Common’ hoe een groep herders hun vee liet grazen op gemeenschappelijke weidegronden. Op een bepaald moment beseft iedere herder dat het voordelig is voor hemzelf om extra koeien te laten grazen. Maar als elke herder dat doet, raakt de meent overbegraasd en is iedereen slechter af.
Zo is het helaas ook met vaccinatieprogramma’s. Het is voor het collectief het beste wanneer ieder schoolkind is ingeënt tegen besmettelijke ziekten. Als dan een nieuw, besmet kind de klas binnenkomt, kan die niemand aansteken. Toch is er ook een tegenstrijdig belang van de ouders en het kind zelf. Vaccinaties kunnen namelijk bijwerkingen hebben - 1 op de 15 tot 20 kinderen wordt er ziek van - en heel soms zijn die bijwerkingen heel ernstig. Maar om u toch gerust te stellen: het verhaal dat vaccinaties leiden tot een verhoogde kans op autisme is een mythe.
Als we vaccineren als sociaal dilemma zien dan is de beste uitkomst voor de ouders en het kind om niet ingeëent te worden en te hopen dat de meeste kinderen met wie ze in aanraking komen wél ingeënt zijn. Ze vermijden daarmee eventuele negateieve bijwerkingen maar zijn dan toch beschermd. De situatie waarin de meeste mensen gevaccineerd zijn heet groepsimmuniteit (dit is nu weer een actueel thema vanwege de corona-crisis). Groepsimmuniteit wordt volgens experts pas bereikt als, -- afhankelijk van hoe makkelijk het virus zich verspreidt - 60-95 procent van de populatie is ingeënt. Zo niet, dan kan er een epidemie uitbreken.
In 2013-14 was er bijvoorbeeld een grote mazelenepidemie in Nederlandse gemeenten van reformatorische gezindte waar kinderen voornamelijk om religieuze redenen niet ingeënt waren. Er werden 182 kinderen opgenomen in het ziekenhuis, van wie er één overleed. De besmetting bleef beperkt omdat de mensen uit deze gemeenschap zich nauwelijks mengden met groepen buiten de regio waarin ze leefden. In Nigeria was er enkele jaren geleden een polio-epidemie omdat imams hadden beweerd dat de vaccinatie tegen polio onvruchtbaarheid en HIV kon veroorzaken. Ze zagen vaccinatieprogramma’s als een Westerse samenzwering. Dezelfde weerstand is er momenteel in Congo tegen de verspreiding van een effectief vaccinatiemiddel tegen het zeer dodelijke Ebola-virus.
Hoe zien effectieve vaccinatieprogramma’s eruit? De sociale dilemma-theorie van vaccinatie suggereert dat het verstrekken van informatie averechts kan werken. Als je namelijk lijsten publiceert van percentages gevaccineerde kinderen per school of kinderdagverblijf, zouden ouders weleens rationeel kunnen handelen en hun kind niet laten inenten als blijkt dat die onderwijsinstelling de groeps-immuniteitsnorm al bereikt heeft. Veel beter is het om sociale normen te beïnvloeden waardoor niet-vaccineren, net als roken of pesten, als een moreel verwerpelijke keuze wordt beschouwd. Nog beter is het om kinderen die geen bewijs hebben van inenting toegang tot de school of het kinderdagverblijf te weigeren, zoals in de VS al standaard gebeurt en waarschijnlijk op den duur ook in Nederland.
Helaas leven we in een tijdperk waarin mensen steeds meer twijfelen aan wetenschap, of het nu gaat om kennis over besmettelijke ziektes of om zaken als klimaatverandering. Als burgers en politiek het belang van vaccinaties niet inzien, dan kunnen de gevolgen voor de volksgezondheid catastrofaal zijn. Wetenschappelijke kennis is niet zomaar een mening! Het kan het verschil maken tussen leven en dood. Met hoop en spanning wacht de wereld op de ontwikkeling van vaccins tegen de nieuwe generatie dodelijke griepvirussen.
Meer lezen over sociale dilemma’s?
Van Lange, P. A., Balliet, D. P., Parks, C. D., & Van Vugt, M. (2014). Social dilemmas: Understanding human cooperation. Oxford University Press.